Subaru Forester (1992 - 2002)

Van alle markten thuis

Veel terreinauto's worden gekocht om af-en-toe terrein mee te rijden en juist vaak een aanhanger te trekken. Maar een terreinauto is, zoals de naam al zegt, vooral bedoeld om ruig gebied te doorkruisen. Daar zijn de rijeigenschappen en de techniek op aangepast. Bij de Subaru Forester zijn de verhoudingen precies omgekeerd. De auto is gemaakt om een aanhanger te trekken maar is van een stukje terreinrijden ook niet vies. Alhoewel, niet vies?

Autotest | Subaru Forester (1992 - 2002) Van alle markten thuis

Waar de Forester op uitblinkt is de combinatie van het comfort van een personenauto, de ruimte van een stationcar en de trekkracht van een (kleine) terreinauto. Een combinatie die geen zwakten kent.

Plus

  • perfecte trekauto
  • comfortabel en veelzijdig
  • relatief goedkoop

Min

  • aandrijflijn soms hoorbaar
  • sober interieur

Conclusie

De Subaru Forester is een prima stationcar en een aangename reisauto, maar meer merken maken prima rijdende stationcars. De Subaru Forester is ook een prima trekauto, maar dat doen de meeste terreinwagens minstens zo goed. Waar de Forester op uitblinkt is de combinatie van het comfort van een personenauto en de trekkracht van een (kleine) terreinauto.

Het geheim hier achter heet: all wheel drive. Dat geeft de auto betere rijeigenschappen op verhard wegdek (zie hiervoor ook de test van de Subaru Legacy) en maakt deze Forester in het bijzonder tot een sublieme trekauto. Dan is de Forester comfortabeler, praktischer en goedkoper in gebruik dan de meeste concurrenten. Of het nou gaat om een aanhanger van maximaal 1.800 kg, een reisje naar Parijs of een dolle stoeipartij in een modderput; de Subaru Forester is van alle markten thuis.